Als u het idee heeft dat uw kind best slim is maar toch achterblijft met leerprestaties, zou de oorzaak in beelddenken kunnen liggen. In onze huidige maatschappij, waarin kinderen allerlei beeldmateriaal om zich heen hebben (computer, film, tv) komt het regelmatig voor dat kleine kinderen niet overstappen naar taaldenken. Zij blijven beelddenken. Het percentage beelddenkers lijkt steeds verder toe te nemen en er zijn veel personen die er aanleg voor hebben.

Een beelddenker denkt en leert voornamelijk visueel-ruimtelijk, door te doen, te experimenteren, te kijken, te voelen en te ruiken. Het is een persoon die al doende leert. Verbaal (talig) informatie opnemen komt op de laatste plaats. Vaak hebben beelddenkers een beeld van iets, maar niet direct de woorden ervoor. Een beelddenker maakt voornamelijk gebruik van zijn rechter hersenhelft. Het is een associatief, creatief, intuïtief, maatschappelijk betrokken en zeer gevoelig persoon.

Beelddenkers kunnen alleen betekenisvol leren. Zij kunnen niets met losse cijfers, letters en betekenisloze woorden als ‘de’, ‘het’ en ‘een’. Zij gaan uit van het geheel en vervolgens de verschillende delen, maar kunnen ook heel detaillistisch zijn. Zij leren en zien vanuit concepten. Hun denken gaat razendsnel (32 beelden per seconde). Het kan dan ook gebeuren dat ze een oplossing van een som zo snel weten dat je niet begrijpt hoe dat mogelijk is. Zij kunnen vliegensvlug allerlei informatie combineren en verwerken. Zij bekijken dingen van alle kanten.

Op school kunnen zij wegdromen door de beelden die tijdens een les worden opgeroepen. Doordat ze er niet steeds met hun gedachten bij zijn, kunnen zij verbaal (talig) onderwijs niet goed volgen – alleen versnipperd. Zij kunnen moeite hebben met spelling, lezen vaak anticiperend (niet wat er staat maar wat ze denken dat er staat) of houden meer van stripboeken. Ook kunnen zij moeite hebben met cijferen en klokkijken. Wel kunnen ze goed zijn in complexe wiskunde.

Vaak hebben beelddenkers moeite met het inschatten van tijd. Zij leven in het nu. Zij kunnen ook moeite hebben met organiseren, omdat ze details over het hoofd zien of juist dingen overorganiseren omdat ze zo detaillistisch zijn.

Hun manier van waarnemen en informatie opnemen kan hen veel moeilijkheden geven op school, omdat lessen vooral verbaal (talig) zijn. Kinderen kunnen hierdoor gaan denken dat ze dom zijn. Dat is niet waar: zij krijgen alleen de lesstof (onbedoeld) verkeerd aangeboden. Het ligt niet aan hen, maar aan het feit dat er geen rekening wordt gehouden met hun leerwijze.

Het is van groot belang om deze denk- en leerstijl tijdig te onderkennen. Beelddenkers zijn vaak enthousiaste, kleurrijke kinderen met veel fantasie en creativiteit. Als het onderwijs hen omarmt en rekening met hen houdt, kunnen ze dit behouden.